Een tijdje geleden kreeg ik van Erik van Kersten Wielersport het aanbod om een keer zijn cyclecross fiets uit te proberen. Ik ben wel in voor iets nieuws en dit weekend leek mij een mooi moment. Gisteravond heb ik de fiets opgehaald en vanmorgen ben ik, na een zorgvuldige voorbereiding, op pad gegaan met deze mooie Cube X Race Comp.
De zit is te vergelijken met mijn Van Tuyl, de namen van de bandjes, Racing Ralph en Rocket Ron, klinken me bekend in de oren (op m’n mountainbike ligt de dikke variant van de Racing Ralph) en wat me verder opvalt zijn de ouderwetse cantilever remmen. Deze remmen hebben meer ruimte voor modder. Nog een verschil met een normale racefiets: twee extra remgreepjes op het stuur.
Rond half twaalf ga ik op pad. Het miezert een beetje, soms piept de zon even tevoorschijn en het is niet koud. Ik pik in Heiliglandstichting de groene mountainbikeroute op. Dat betekent al heel snel de steilste klim van de dag. Aan de achterkant van het Afrikamuseum ligt een bult, in de wandelgangen de “looie piep” genoemd, die, ondanks dat hij recent helemaal is geëgaliseerd, toch erg pittig blijft. En helemaal als je geen triple hebt. Hier mis ik mijn granny wel en moet ik van de fiets af. Vrij snel na deze klim komt een niet al te moeilijke afdaling waar je behoorlijk hard naar beneden kunt, maar ik voel me nog niet zo vertrouwd met de fiets dat ik dat zonder te remmen durf. Door de vele bladeren op het parcours kun je ook niet zien waar je precies overheen rijdt. M’n mountainbike voelt een stuk stabieler.
In het bos…
Ik slinger door het bos en wat me opvalt is, dat ik meer door de plassen rijdt dan op mijn atb. Door de dunne bandjes heb je veel minder last van opspattend modder in je gezicht. Meevaller, want vaak is het nog een hele tour om al die modderplassen te ontwijken. Ook de grip in de modder valt me heel erg mee. De dunne versies van m’n vertrouwde mountainbikebanden doen het goed. Dat had ik zeker niet verwacht.
Bij de splitsing van de groene en de rode route besluit ik nog een stuk van de rode mee te pikken: een technisch stuk met veel klimmen en veel wortelpaden. Ik ben benieuwd hoe de fiets zich op dit stuk gedraagt. Het klimmen gaat al beter. Hoewel ik op de atb snel terug schakel naar een zeer licht verzet, kan dat niet, want die ontbreekt. Toch kan ik ook de steilere stukken op de fiets blijven. Het is meer stoempen en minder souplesse, maar ik hoef niet van de fiets af. Tijdens afdalingen met veel boomwortels mis ik m’n vering wel. Ik heb veel minder controle en mijn handen doen pijn. Toch is het grappig om op een, weliswaar aangepaste, racefiets in het bos te crossen en op de wat egalere bospaden in Heumensoord kun je een behoorlijke snelheid maken.
…en weer schoon!
Na anderhalf uur heb ik een afstand van ongeveer 30 km afgelegd. Het gemiddelde ligt rond de 19,5 km/uur. Dat is even snel als op mijn atb. Het zou sneller kunnen, als ik wat meer gewend zou zijn aan de fiets en met name tijdens afdalingen sneller naar beneden zou durven. Toch houd ik het lekker bij de mountainbike: het comfort en de betere controle geven de doorslag.